
Van vrolijke koe tot consument
Voor kaashandelaar Cees Verburg is de komst van boerengraskaas elk jaar weer een bijzonder moment. In zijn agenda zijn vaste weken gereserveerd voor de aftrap van het kaasseizoen. “In ons vak is boerengraskaas echt wel een dingetje. Boeren zijn in de hoogste staat van paraatheid.”
Voor de aftrap van het nieuwe kaasseizoen was de afgelopen jaren geen echt startschot, maar voor de consument heerst er volgens Cees een primeurgevoel. “Je merkt dat mensen onrustig worden, omdat we enkele warme weken in het voorjaar achter de rug hebben. De consument weet alleen vaak niet dat het echt wel even duurt voordat boerengraskaas verkrijgbaar is. Koeien moeten eerst voldoende vers gras hebben gegeten, omdat boerengraskaas gemaakt wordt met de melk dat een speciale samenstelling heeft; het vetpercentage in de melk is iets hoger dan normaal, waardoor je een heerlijke smeuïge kaas krijgt.”
Vers gras voor koeien
Koeien moeten dus eerst lekker kunnen grazen, voordat de boer graskaas kan maken. “Boeren zijn afhankelijk van het weer. Als het gras al hoog staat, maar het weer het niet toelaat dat koeien naar buiten gaan – bijvoorbeeld doordat het veel heeft geregend – gaan boeren meestal twee keer per dag het land op om het verse gras naar binnen te halen. Zo kunnen de koeien toch vers gras eten en kun je als boer aan de slag met boerengraskaas.”
Boerengraskaas inkopen
En als de boerengraskaas klaar is, is het voor Cees tijd om de kaas in te kopen. “Wij hebben een vaste boer die boerengraskaas voor ons maakt. Die heb ik aan het begin van het jaar al gebeld om door te geven hoeveel honderd kilo ik wil bestellen.” Graskaas maken is overigens niet voor elke boer weggelegd. “Boerengraskaas is een jonge kaas. Als een boer normaliter oude kaas maakt kan hij in principe wel jonge kaas maken, maar vaak wordt ‘ie vrij stug en dat wil je niet met een jonge kaas. Het zijn dus meestal de boeren die gespecialiseerd zijn in jonge kaas die uitblinken in boerengraskaas. Die boeren en boerinnen hebben ambacht echt in de vingers.”
‘Smaak is subjectief’
Naast zijn werk als kaashandelaar is Cees ook kazenkeurder. Hij weet dus waar hij het over heeft. “Natuurlijk is smaak subjectief; wat ik lekker vind, hoeft een ander niet lekker te vinden. Daarom worden kazen altijd in duo’s gekeurd. Ik bepaal dus samen met iemand anders of een kaas goed is of niet. Hierbij houden we altijd een paar zaken in het achterhoofd: een kaas moet smeuïg zijn, hij moet smelten op je tong, hij moet niet zuur zijn. En hij moet mooi opkrullen op de kaasschaaf. Als Cees de perfecte boerengraskaas heeft ingekocht, verkoopt hij het door aan kaasspeciaalzaken. “Zeker met boerengraskaas zien we dan een piek in de omzet.”
Tip van Cees
Voor de consument heeft Cees nog een tip. “Boerengraskaas moet je écht proeven, je moet het beleven. Het is geen fabriekskaas die je in de supermarkt koopt. Vers van het mes is hij het lekkerst. En houd boerengraskaas buiten de koelkast. Zo voorkom je dat ‘ie koud is als je een paar plakken op je brood wil doen. Zet je ‘m wel in de koelkast? Snijd dan van beide kanten een plak af. Zo is de ergste kou eraf en kun je ‘m meteen lekker opeten.”
Boerengraskaas is nu verkrijgbaar!
Boerengraskaas is nu te koop! Wil je weten waar je de dichtstbijzijnde winkel kunt vinden? Hier vind je een verkooppunt bij jou in de buurt. Wees er snel bij, want boerengraskaas is beperkt verkrijgbaar.